Als je bepaalde concepten niet (en andere wel) hebt ….

Error message

Deprecated function: Array and string offset access syntax with curly braces is deprecated in include_once() (line 20 of /home/mediawijs/domains/communicatiewijs.nl/private_html/includes/file.phar.inc).

Ik was bij mijn 21-jarige neef op bezoek. Ik had een plastic bakje met een halve geschilde, ontpitte mango mee, een snijplank, sinaasappel, banaan en een kartelmes. Ik had bedacht: dan gaan we samen fruitsalade maken. Want mijn neef houdt van dingen doen, van koken, snijden, praten over eten, maaltijden bedenken en eten.

Hij heeft in zijn woonruimte geen keuken, dus we deden het aan tafel in zijn woonkamer.
Hij sneed de mango in stukjes. De meegebrachte plastic vork-lepels brak hij in tweeën. Hij koos ervoor alleen het vorkdeel te gebruiken en vroeg mij uitdrukkelijk de resten “in prullenbak” te doen. Ik verzekerde hem dat thuis te gaan doen. Vervolgens at hij de mango op.

Toen kwam in hem op om de punt van het mes tussen zijn tanden te doen. “Au” zei hij. Hij porde hier en daar licht. Er popte in mij op dat het beter was het mes te verwijderen. “Nicole wil mes. Geef maar”, zei ik beslist en met verhoogde hartslag. Hij gaf het mes. “Mes gaat in de tas”, zei ik.
Zijn begeleider die ook aan tafel zat, pakte de tas, stopte deze in een kast en draaide de deur op slot.

“Sinaasappel eten?”, vroeg ik. 
“Ja okeje”, zei hij. 
“Hier ga maar pellen.” 
“Jij doen”, antwoordde hij. 
Omdat hij tussendoor regelmatig opstond om de trui en het T-shirt van zijn begeleider te checken op etiketjes aan de binnenkant van de hals, besloot ik de sinaasappel alvast te pellen en in partjes te verdelen. 
“Kom maar zitten, sinaasappel eten”, opperde ik.
Hij kwam zitten, pakte een paar schillen en at deze op; daarna nam hij de sinaasappelstukjes.

“Banaan", zei hij met nog het laatste stukje sinaasappel in zijn mond.
“Even wachten", zei ik.  
“Nicole nog niet naar huis toe”, zei hij.
“Néé, Nicole nog niet naar huis toe”, antwoordde ik. 
Hij stond op en trok in een flits een etiket van de trui van de begeleider. “In prullenbak doen”, zei hij terwijl hij het lapje stof gaf.
“Is goed”, zei de begeleider.  

“Banaan eten?”, vroeg mijn neef.
“Hier, pel maar”, zei ik. Hij trok de schillen van de banaan en legde de banaan op de snijplank. Vervolgens at hij een schil op en daarna de banaan.

“Nicole naar huis toe”.
“Is goed”, zei ik.
Hij kwam naar me toe en deed beide armen om me heen. Zijn handen bleven op mijn rug liggen.
“Dag jongen” zei ik en liep met de etiketjes in mijn trui en T-shirt naar buiten.